Berichten

Een goede titel die je lezer in beweging zet

Een titel is een breed begrip. Breder dan je misschien denkt. Natuurlijk schrijf je er een boven een artikel. Maar je vindt ook een bij een wervende tekst. En de onderwerpregel in een e-mail kun je ook zien als een titel.

 

Met een titel help je je lezer snel te beslissen: moet ik deze tekst nu lezen, later lezen, of niet lezen? Zo is het dus een wegwijzer voor je lezer. Met een titel wil je verleiden én informatie geven. Je wilt je lezer laten doorlezen, je wilt hem in beweging zetten. Hoe kom je nu tot een goede kop?

 

Bij een titel draait het dus om de lezer. Toch worden veel titels en koppen gemaakt vanuit de schrijver. Bekijk de onderwerpen van de e-mails in je inbox maar eens. Hier een paar voorbeelden uit de mijne:

“Onderzoek studenten”
“Nieuws van het coachhuis mei 2013”
“Wil je kijken, 54 sec”.

Als ik deze onderwerpen lees, kan ik niet snel beoordelen of ik die tekst nu moet lezen. Gevolg? Ze staan nog steeds ongelezen in mijn inbox.

 

Ook bij titels van wervende teksten kan het mis gaan: “Ronny Overgoor nodigt u uit”. Het ligt vast aan mij, maar die naam zegt mij niets. Die wervende tekst lees ik dus niet.
Datzelfde geldt voor een artikel met als kop “Get inspired”. Die werkt niet voor mij.  Ik snap niet direct waar het over gaat. En dus haak ik af.

 

Het sleutelwoord voor een goede kop of titel is relevantie. Je krijgt je lezer alleen zover om verder te lezen als hij snapt dat er iets te halen valt. En dat ‘iets’ kan heel concreet zijn. Bijvoorbeeld “3 manieren waarop je als trainer Pinterest kunt gebruiken”. Dat is een prima kop. Als je tenminste weet wat Pinterest is. En als je nog niet weet hoe je het moet gebruiken (maar dat wel wilt).

 

Om te weten wat relevant is voor je lezer, moet je weten voor wie je schrijft. Alleen dan weet je wat je tekst voor hem kan betekenen. Bij een e-mail is dat misschien wel het gemakkelijkst. Zo kun je je lezer bijvoorbeeld helpen door in de onderwerpregel aan te geven wat de lezer met jouw e-mail moet of kan.

Bijvoorbeeld:
Voor dit artikel heb ik de mail met als onderwerp “Onderzoek studenten” even gelezen. Nu weet ik dat een betere onderwerpregel was geweest: “Verslag onderzoek studenten met aanbevelingen | Graag je reactie”. De lezer wacht al bijna een week op mijn reactie.
En
Na het lezen van “Nieuwsbrief coachhuis mei 2013” weet ik dat de boodschap was: “Nieuwe vestigingen coachhuis in Groningen en Zwolle”. Dat was een betere kop geweest, want als ik in die steden nooit werk, had ik die mail niet hoeven te lezen.

 

Wat maakt een titel effectief?

Een effectieve titel:

  1. is relevant: de titel laat zien wat er in de tekst voor interessants te halen valt.
  2. trekt de aandacht: de titel laat zien waarop de lezer kan aanhaken.
  3. is informatie: je lezer moet zich met de titel een beeld kunnen vormen van de inhoud.
  4. is onderscheidend: een effectieve titel laat zien wat de lezer wel en niet krijgt in een tekst.

 

Hoe kom je tot een goede titel?

Als je gaat schrijven, weet je misschien nog niet wat de titel moet zijn. Dan kun je ook prima werken met een werktitel. Vergeet alleen niet je titel te herschrijven als je tekst klaar is. Ik denk dat veel werktitels echte titels worden, omdat de schrijver gewoon vergeet er nog eens naar te kijken.

 

Je kunt ook vooraf een werktitel bedenken. Dat heeft voordelen. Je titel kan namelijk ook structuur geven aan je artikel. Zo schreef ik eens een artikel met tips over hoe je een profiel schrijft. Maar toen ik ging schrijven, merkte ik dat ik vooral aandacht wilde schenken aan wat ik mis zag gaan in profielen. Toen heb ik de titel aangepast naar “De 5 meestgemaakte fouten bij het schrijven van een profiel”. Zo’n titel met een getal en een definitie (valkuilen, tips) geeft aan hoe je je informatie structureert.

 

Probeer maar eens voor jezelf uit wat beter voor jou werkt. Blijf in ieder geval niet hangen op de titel voordat je gaat schrijven. Schrijven is een creatief proces. Het is goed mogelijk dat je tijdens of na het schrijven opeens een ingeving krijgt. Dan schud je die titel zomaar uit je mouw.

 

© Suzanne Meijles

 

Afkortingen: lekker kort en bondig?

Afkortingen bieden uitkomst in e-mails, memo’s en rapporten. Teksten moeten namelijk kort zijn, vinden veel mensen. Op een A4’tje bij voorkeur. En ze mogen niet te veel tijd kosten om te schrijven. Afkortingen zijn lekker kort en kosten weinig tijd om te typen. Toch is het gebruik niet altijd aan te raden…

 

Het is waar dat korte woorden sneller te lezen zijn dan langere woorden. Dat is zeker van belang als je teksten schrijft die van een beeldscherm worden gelezen. Zo kun je beter een woord als ‘websiteteksten’ omschrijven als ‘teksten voor je website’. Wel langer, maar ook duidelijker (en ook sneller te lezen).

 

Afkortingen zijn toch lekker kort?

Nu lijken afkortingen misschien ook korte woorden. Je hoeft immers maar drie of vier letters te typen ‘ivm’ of ‘dmv’ of ‘ihkv’. Maar in werkelijkheid is een afkorting voor je lezer een code die hij moet ontcijferen. Waar staat die afkorting ook alweer voor?

 

Het ontcijferen van een afkorting kost een paar milliseconden als een lezer de afkorting snel herkent. Dat lijkt weinig. Toch kost het meer als je een afkorting leest die minder bekend is. Ook veel afkortingen achter elkaar vertragen het leesproces.

 

Een bijkomend nadeel is dat het gebruik van veel afkortingen gehaast overkomt op je lezer. Afkortingen kunnen je lezer het idee geven dat jij de moeite niet hebt genomen de woorden uit te schrijven. Misschien was je helemaal niet gehaast. Maar een afkorting kan dat wel met zich meebrengen. Schrijf afkortingen dus liever uit.

 

Alle woorden uitschrijven?

Moet je dan alle afkortingen uitschrijven? Nee, hoor! Een handige regel is dat je een afkorting uitschrijft als je de afkorting zou uitspreken als je het zou zeggen. Je schrijft dus ‘in plaats van’ en geen ‘ipv’, want je zegt ook geen ‘ie pee vee’. Maar je schrijft wel btw, want niemand spreekt dat uit als ‘belasting toegevoegde waarde’.

 

Dus wel:         tv, havo, mp3 en sms

Maar niet:      i.t.t., e.e.a, nl., o.i.d, m.i., a.h.w.

 

Natuurlijk zijn er ook afkortingen die in een organisatie heel gewoon zijn om te gebruiken, maar die een lezer (nog) niet kent. Dat kun je oplossen door zo’n woord één keer voluit te schrijven, en daarna de afkorting tussen haakjes te plaatsen.

Het is wel handig de term in een nieuwe paragraaf of in de conclusie wel weer uit te schrijven, om de scannende lezer te helpen. Die heeft de uitleg van de afkorting misschien gemist…

 

Mag je dan in e-mail ook geen afkortingen gebruiken? Die vraag komt standaard op als ik dit onderwerp behandel in een training. Er is natuurlijk geen ‘afkortingenpolitie’; er staat geen straf op het gebruik van afkortingen. Het gaat volgens mij dan ook niet om of je afkortingen wel of niet ‘mag’ gebruiken

 

Volgens mij gaat het erom dat je je bewust bent van je lezer. Je schrijft voor hem (of haar). Je schrijft niet voor jezelf. Een afkorting is dus vooral handig voor jezelf, als je aantekeningen maakt of in je dagboek schrijft bijvoorbeeld. Maar help je lezer! Schrijf afkortingen dus uit als je een tekst de wereld instuurt.

Een artikel afsluiten, hoe doe je dat?

Er is weinig zo erg als een artikel zonder einde. Natuurlijk moet je een artikel afsluiten, denk je misschien. Maar in de praktijk eindigen veel artikelen heel abrupt, de lezer in vertwijfeling achter latend of hij misschien iets gemist heeft … Hoe kom je tot een goed slot van je artikel? Ik geef je graag een paar tips.

 

De twee moeilijkste alinea’s om te schrijven in een artikel zijn de eerste en de laatste alinea.

Aan de eerste alinea besteed ik veel tijd in mijn schrijftrainingen, maar hier vind je alvast wat tips voor de laatste alinea van een artikel. Die laatste alinea is niet te vergelijken met de laatste alinea van een rapport of memo. Daar verwacht de lezer in de laatste alinea een samenvatting en een conclusie.

 

Een artikel afsluiten met een samenvatting is niet zo geschikt.

Voor je lezer is het vaak mosterd na de maaltijd: hij heeft – als het goed is – net je hele artikel gelezen en heeft je boodschap nog helder voor de geest. Als je dan nog eens een opsomming geeft van de belangrijkste punten, is dat slaapverwekkend.

 

Weinig sprankelend artikel afsluiten

Ik kwam de onderstaande laatste alinea tegen in een artikel over wanbetalers:

Slecht betalende klanten en lange betalingstermijnen kunnen jaarlijks een aanzienlijke schadepost voor uw onderneming betekenen. Het lang openstaan van vorderingen heeft directe gevolgen voor de liquiditeit van uw onderneming. Ook kan het voorkomen dat rekeningen helemaal niet worden betaald, waardoor uw winstprognose opeens omslaat in een daadwerkelijk verlies! Hoewel er altijd hardnekkige wanbetalers zullen blijven bestaan, kan een goed uitgestippeld debiteurenbeleid de schade aanzienlijk beperken.

 

Het is een samenvattende alinea van alle punten die verder in het artikel werden genoemd. Een weinig sprankelend einde …

 

Hoe sluit je een artikel dan wel goed af? Dat hangt een beetje af van het soort artikel dat je schrijft. Hieronder beschrijf ik vijf manieren om een artikel af te sluiten.

 

1. De maakt-de-cirkel-rond-afsluiting

Deze afsluiting verwijst naar iets wat je in de inleiding hebt genoemd. Als je in de intro een vraag hebt gesteld, kun je als afsluiting het antwoord geven. Zo maak je het verhaal rond.

Als voorbeeld hiervan laat ik je graag de eerste zin lezen van de intro van een column van Karen Romme in het FD:

Een van de moeilijkste aspecten van ondernemen is dat je veel vaker moet kiezen dan mensen in loondienst.

Die beginzin verbindt ze mooi met de eerste zinnen van de slotalinea:
Maar over al die onderwerpen komen geen columns. Ik heb andere keuzes gemaakt en dit is mijn laatste voor Het Financieele Dagblad. Dat is niet mijn eigen keuze. Maar soms ben je als ondernemer blij als anderen voor je kiezen. (…)

 

 2. De oproep-tot-actie-afsluiting

De oproep tot actie mag niet ontbreken in een wervend artikel. In een wervend artikel schrijf je over een veelvoorkomend probleem. Je kunt zo’n artikel eindigen met wat een lezer moet doen om dat probleem op te lossen.

Ik vond het volgende voorbeeld in een artikel van een counsellor over stress bij (startende) ondernemers:

Zou jij graag willen weten wat je gevoel jou eigenlijk wil ‘wijsmaken’? Neem dan eens een kijkje in het boek ‘Geweldloze Communicatie’ van Marshall Rosenberg. Of ga eens praten met een counsellor bij je in de buurt. Counsellors zijn gespecialiseerd in het verwoorden en verbinden van gevoelens aan behoeften en dit kan je wellicht veel duidelijkheid en ordening opleveren.

De vraag die de schrijver stelt is misschien niet de meest wervende, maar de oproep tot actie staat er wel. Er staan er zelfs twee! Als jij een wervend artikel schrijft, beperk je dan tot één oproep tot actie, zodat je lezer precies weet wat hij moet doen.

 

3. De afsluiting met een prikkelende stelling

Een artikel afsluiten met een stelling zet de lezer aan het denken. Dit einde kun je bijvoorbeeld gebruiken bij een betogend of opiniërend artikel.

In een artikel over zorgtaal las ik bijvoorbeeld deze laatste alinea:

Maar het toppunt van taalziekte in de zorg is een uitspraak van een beleidsmedewerker van zorgondernemersorganisatie ActiZ. In het jargon van deze zorgonderneming liggen mensen in een verpleeghuis niet meer op sterven. Nee, deze stervende mensen hebben ‘het einde van hun zorgcarrière bereikt’. Hier is de mens verworden tot een vinkje in een computersysteem. Hier is elke warmte uitgeperst. Niet alleen patiënten zijn ziek in de zorg.

 

 

4. De succes-ermee-afsluiting

Je kunt een tips- of instructieartikel afsluiten met een wens of het uitspreken van hoop. Met een tipsartikel geef je je lezer een aantal adviezen, waarmee je hoopt dat hij of zij er zijn of haar voordeel mee kan doen. Met die hoop kun je ook eindigen:

Ik wens je veel succes bij een effectieve start van innovatie in jouw organisatie.

Het is misschien niet de meest flitsende afsluiting, maar wel een waarmee je je lezer laat zien dat je het artikel voor hem hebt geschreven.

 

5. De vraag-afsluiting

Net als een prikkelende stelling zorgt een vraag ervoor dat de lezer gaat nadenken. Je kunt kiezen voor een echte vraag of voor een retorische vraag, waarbij je eigenlijk geen antwoord verwacht. De vraag als einde kun je vrijwel bij elk soort artikel gebruiken.

Ik kwam een artikel tegen over impact die privéberichten op sociale media kunnen hebben op de organisatie met deze laatste zinnen:

Wat is uw mening? Betreft het hier privézaken of is ingrijpen nodig? En wie moet daarover een beslissing nemen binnen de organisatie? Heeft u al ervaring met dergelijke situaties?

Ik vind dat er hier te veel vragen achter elkaar worden gesteld. Ik weet als lezer eigenlijk niet meer over welke vraag ik nu moet nadenken. Maar ik word wel geprikkeld door de vragen.

 

Bij een nieuwsartikel is die laatste alinea trouwens gemakkelijk: een nieuwsbericht heeft geen afsluitende alinea. Daarin moet de laatste alinea eenvoudig weggelaten kunnen worden, want het belangrijkste nieuws staat in het begin van het artikel.

Waarschijnlijk heb je een voorkeur voor een bepaalde afsluiting. Misschien nodigen bovenstaande afsluitingen je uit om eens een ander einde aan je artikel te schrijven?

 

Ik lees graag wat jouw ervaringen zijn als je deze tips toepast. Je reactie hieronder is dus van harte welkom.

Waarom schrijven met een pen creatiever is

Schrijven met de hand, met een pen dus, is traag, slordig en vermoeiend. En je kunt tegenwoordig overal digitaal aantekeningen maken: met je smartphone, op je laptop of je pc. Toch ben ik ervan overtuigd dat de pen en het handschrift niet verdwijnen. Ze zijn namelijk essentieel als je creatief wilt schrijven.

 

Traag, slordig en vermoeiend. De nadelen lijken niet op te wegen tegen de voordelen van digitaal schrijven: snel, keurig en eenvoudig. Maar de nadelen van schrijven met de hand zijn juist voordelen in het creatieve proces.

 

Charles Cimic schrijft bijvoorbeeld in The New York Review of Books ‘Take care of your little notebook’ dat hij als dichter niet zonder pen en notitieblok kan.

 

Schrijven met de hand is traag, maar dat is goed

Nadenken over een tekst doe je het beste met een pen of potlood en een stuk papier. Hoewel schrijven met de hand trager lijkt, laat onderzoek van Virginia Berninger (beschreven in een artikel in The Wall Street Journal) zien dat kinderen die met de hand schreven juist meer woorden opschreven, en op meer ideeën kwamen dan kinderen die typten.

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat schrijven met de hand andere delen van de hersenen activeert dan als je typt. Je gebruikt de tijd bij het vormen van de letters ook om te denken. Juist die tijd is belangrijk in het creatieve proces. Bovendien helpt het bij het onthouden en leren van de dingen die je opschrijft.

 

Schrijven met de hand is slordig, maar dat is niet erg

Een ander argument dat ik vaak tijdens mijn trainingen hoor, is dat mensen vinden dat ze niet netjes schrijven. Dat is vooral vervelend als je je eigen handschrift na afloop niet meer kan lezen. Verder is het tijdens het creatieve proces niet zo belangrijk dat anderen je woorden kunnen lezen.

Het voordeel van netheid, is tegelijkertijd het probleem. Met getypte letters lijkt je tekst al af.Terwijl je in de brainstormfase juist niet té vast moet zitten aan je ideeën, woorden en zinnen.

Op papier kun je ook lekker woorden doorstrepen. Dan zie je het woord of zinsdeel nog wel, maar is het er tegelijk ook niet meer. Soms kan zo’n woord of zin later nog dienst doen, op een andere manier.

 

Schrijven met de hand is vermoeiend, en dat is goed

Maar schrijven met de hand is wel vermoeiend. Kramp zorgt ervoor dat je af en toe moet stoppen met schrijven. Ook dat is eigenlijk een voordeel. In die tijd kijk je naar wat je al geschreven hebt. Dat brengt je vaak weer op nieuwe ideeën.

Schrijven via een toetsenbord is weliswaar minder vermoeiend, maar daardoor loop je ook de kans dat je maar doorgaat, zonder te reflecteren op je proces. In die zin is kramp in je hand een welkome filter: wat echt belangrijk is, komt wel weer terug.

 

Opdracht om creatiever te schrijven

Je hebt nodig: pen, papier, timer (kookwekker, stopwatch)

Bedenk een vraag, bijvoorbeeld een vraag waarover je artikel wilt schrijven.
Schrijf de vraag midden op het vel papier.
Associeer er 5 minuten op los. Schrijf alle woorden en zinnen op die bij je opkomen. Wees niet kritisch. Schrijf totdat je niet meer kunt (of totdat de wekker gaat).

Ik ben benieuwd naar je ervaringen! Leuk als je ze hieronder, bij de reacties, achterlaat.

 

Wanneer komt je toetsenbord weer in beeld? Als je weet wat je wilt schrijven, kun je gaan typen. Voor de een zal dat een eerste versie zijn, voor de ander als de tekst grotendeels staat. Kijk maar eens wat voor jou werkt!

 

Wil je sneller leren schrijven? Meld je dan aan voor de mini-training ‘5 mindhacks om sneller te schrijven’.

 

(c) Suzanne Meijles

Fouten in tekst: vergeeft je lezer je?

Het liefst schrijf ik perfecte teksten. Foutloos. Maar ook ik maak regelmatig fouten. Ik maak even snel iets af, en dan, hup, de digitale brievenbus uit. Niet veel later valt mijn blik precies op dat vergeten woord of die letter die daar niet moet staan. Zijn die fouten onvergefelijk?

Wat is eigenlijk een perfecte tekst?

Natuurlijk is dat een tekst zonder fouten. Maar een perfecte tekst is meer dan dat. Een perfecte tekst brengt precies die boodschap bij je lezer over die jij in gedachten had toen je hem schreef. Is dat voor elke lezer gelijk? Waarschijnlijk niet.

Dat brengt me op de vraag: ‘wat is fout’? Is het woord ‘beeetje’ fout, omdat ik één keer te veel de letter ‘e’ aansloeg? Ja, feitelijk gezien wel. Maar neemt mijn lezer me dat kwalijk?

Er zijn verschillende wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar het effect van spelfouten. Een mooi overzicht daarvan geeft Floortje Westerburgen in haar artikel op Tekstblog. De resultaten geven geen eenduidig antwoord op de vraag welk effect spelfouten hebben op teksten.

Kort samengevat laten Kloet, Renkema en Van Wijk (2003)   zien dat taalfouten vooral invloed hebben op de begrijpelijkheid van de tekst. Maar uit onderzoek van Yvonne Harm (2008) blijkt dat taalfouten ook een negatief effect hebben op de geloofwaardigheid van de zender en de tekst.

Effect van fouten in direct-mails

Interessant is het onderzoek van Jansen (Onze Taal, 2010) naar het effect van fouten in spelling, zinsbouw en woordvormen in direct-mails. Daaruit bleek dat de zinsbouwfouten (‘de meisje’ bijvoorbeeld) een veel zwaarder negatief oordeel met zich meebrachten dan de spelfouten.

Bij vervolgonderzoek van Jansen werden alleen d/t-fouten opgenomen. Toen bleek de helft van de (hoogopgeleide) proefpersonen, de fouten niet eens op te merken! En de andere helft die de fouten wel zag, gaf geen negatiever oordeel dan de personen die de spelfouten niet hadden gezien….

Jansen besluit zijn betoog overigens wel met de opmerking dat een direct-mailing niet te vergelijken is met een sollicitatiebrief: deze worden op een andere manier gelezen.

 

Hoe komt het eigenlijk dat we spel- en typefouten niet altijd zien?

Ook psychologen onderzoeken leesgedrag. Uit onderzoek van Frisby (1979) blijkt dat lezers meer kijken naar woordbeeld dan naar de afzonderlijke letters van een woord. Kinderen die leren lezen, lezen elke letter: v – i – s en daarna maken ze er een woord van: ‘vis’.

Als je eenmaal kunt lezen, heb je niet meer alle letters van een woord nodig om het te kunnen herkennen. Dan springen je ogen van tekstblok naar tekstblok.

Kijk maar eens naar de onderstaande zinnen:

In Afrika leefde een olxfxnt die Elmo heette. Elke dag stond hij op om met de
een gxrxffe te ontbjiten in het grotedierenbos.

Waarschijnlijk kostte het je geen enkele moeite om de bovenstaande tekst te lezen. De x’en in olifant en giraffe vulden je hersenen als vanzelf aan. Heb je ook gezien dat in het woord ‘ontbijten’ de ‘i’ en de ‘j’ waren omgedraaid? En dat er voor giraffe ‘een’ te veel stond?

 

Hersenen zijn getraind om fouten in woorden te herstellen

Vergeten letters, te veel woorden, omgedraaide letters: je hersenen zijn erin getraind om er een samenhangend geheel van te maken. Soms ben je je daar bewust van, maar vaak ook niet. Dan lees je dus over een typefout heen. Vooral bij langere teksten, waar je meer wordt ‘afgeleid’ door de inhoud en andere woorden, is de kans groter dat je een typefout over het hoofd ziet.

 

Fouten zijn niet om trots op te zijn. Maar om te leren, moet je ook fouten (mogen) maken. Zo heb ik onlangs weer geleerd dat ik niet zo arrogant moet zijn dat ik mijn eigen ebook kan redigeren. Daarvoor moet ik ook eerst een ander paar ogen de tekst laten nakijken. Bij typefouten als ‘beeetje’ doet de spellingcontrole overigens ook wonderen.

Er ligt zelfs een gevaar op de loer als je altijd perfecte en foutloze teksten wilt schrijven.

De kans is aanwezig dat je er zo veel tijd mee bezig bent, dat die tijd niet opweegt tegen de baat. Of dat de tekst uiteindelijk nooit wordt gepubliceerd. En dat is het ergste wat er met tekst kan gebeuren: geschreven om niet gelezen te worden.

 

 

 

 

Hoe schrijf je een goede aanbeveling voor Linkedin?

Inmiddels hebben in Nederland 2,6 miljoen mensen een Linkedin-account, dat is 15% van de Nederlandse bevolking (via infographic) . En iedereen met een Linkedin-profiel weet dat drie aanbevelingen je kunnen brengen tot een 100% profiel. Daar herinnert Linkedin je elke keer aan als je inlogt.

Dus soms word je gevraagd om een aanbeveling te schrijven. Maar soms ook wil je een aanbeveling cadeau geven. Gewoon, omdat je het die ander gunt. In dit artikel lees je hoe je snel een goede aanbeveling voor Linkedin schrijft.

 

Voordat je een aanbeveling gaat schrijven, bedenk dan waarom je dat doet. Wat is je doel?

 

Een aanbeveling kan iemand helpen, maar de tekst die jij schrijft is daarbij wel bepalend.

Een vriendelijke aanbeveling heeft de volgende strekking: “Natascha is een erg leuke collega om mee te werken. Ze is collegiaal en vriendelijk en is altijd bereid om me te helpen.”

Aardig, maar niet echt heel behulpzaam als Natascha op zoek is naar een andere baan.

Een aanbeveling schrijf je omdat je oprecht tevreden bent over een dienst die de ander heeft geleverd. Of omdat je de andere bewondert om iets wat hij of zij heeft gedaan. Schrijf je aanbeveling vanuit je hart.

 

Een goede aanbeveling bestaat uit de volgende elementen:

  1. beschrijf de aanleiding: waarom deze aanbeveling? Je kunt hier ook de link leggen met je eigen dienst / product. Aanbevelingen worden goed gelezen dus ook hier heb je de kans om ook jezelf te profileren.
  2. beschrijf de dienst / het product  waar de aanbeveling over gaat.
  3. beschrijf je eventuele aarzelingen vooraf en hoe de ander je daarin tegemoet is gekomen.
  4. beschrijf wat je het meest waardeerde aan de ander toen hij of zij je hielp.
  5. beschrijf wat de dienst / het product je heeft opgeleverd. Welke (blijvende) resultaten ervaar je?

Een goede aanbeveling kan er dan bijvoorbeeld als volgt uitzien:

Ik heb Gerda ingehuurd toen ik niet meer wist welke carrièrestap ik wilde maken. Ik was net moeder geworden en twijfelde eraan of ik wel als advocaat kon blijven werken. (1) Daarnaast had ik ook nog een sociaal leven waar ik nauwelijks nog tijd voor had. Tijd dus om de stap te nemen om met iemand die iets verder van me afstond te kijken naar mijn leven, mijn wensen en ambities. (2)

Ik vond het wel lastig om een goede loopbaancoach te kiezen, want er is erg veel aanbod. Mijn keus viel op Gerda omdat zij ook een collega-advocate goed op weg had geholpen. (3)

In het traject dat ik bij Gerda volgde, stelde ze me telkens de juiste vragen. Ze is nuchter, praktisch en respectvol in haar aanpak. Niet zo zweverig als ik eigenlijk verwachtte. Bovendien had ze aandacht voor mij als mens: niet alleen op werkgebied maar ook privé.(4)

Mede door Gerda heb ik ontdekt dat ik het werk doe wat me past als een jas. Ik hoef geen stap terug te doen nu ik moeder ben. In samenspraak met het MT heb ik besloten om voor mijn carrièrestap naar partner iets meer tijd te nemen. Het traject heeft me veel rust gegeven en focus op mijn volgende stap. (5)

Iedereen die worstelt met een loopbaanvraagstuk adviseer ik daarom Gerda in te schakelen.”

 

Zo’n aanbeveling is wel langer, maar waarschijnlijk ook relevanter.

In ieder geval voor Gerda. Als Gerda er nu voor kiest direct een aanbeveling voor jou te schrijven, komt dat minder geloofwaardig over. Als je dus iemand een ‘recommendation’ wilt retourneren, wacht daar dan een paar weken of maanden mee. Ook als Linkedin suggereert het direct te doen.

 

Nog een laatste tip: je hoeft niet altijd te wachten totdat iemand je vraagt om een aanbeveling.

Het is misschien een van de leukste cadeautjes die je iemand kan geven: per mail een aankondiging dat iemand je heeft aanbevolen.

 

© Suzanne Meijles

ProTaal – Schepenstraat 86B – 3039 NM – Rotterdam – 010 – 465 77 75 – info@protaal.nl