Leuk schrijven? Doe maar niet.

“Ik zou zo graag LEUK willen schrijven,” dat verzuchten mensen vaak als ik vertel dat ik schrijftrainer ben. Ik snap dat. Iedereen leest graag leuke teksten. Maar wat is leuk? Is dat een tekst met humor? Of gewoon een aantrekkelijke tekst? Actief schrijven is meestal belangrijker.

Voor de meeste lezers hoeft een tekst echt niet leuk te zijn. De meeste lezers zijn al blij als een tekst helder is. Wat heeft een tekst nodig om helder én aantrekkelijk te zijn? Ik geef je in dit artikel een superslimme tip (met voorbeelden) die je meteen bij je volgende tekst kunt inzetten.

 

Eerst moeten we het even hebben over onaantrekkelijke teksten. Die teksten zijn saai, langdradig, wollig, heeft lange zinnen en geen foto’s of tekeningen. Bij een onaantrekkelijke tekst moet je als lezer je best doen om de inhoud van de tekst te begrijpen. Kortom, een onaantrekkelijke tekst maakt het de lezer moeilijk.

 

Als de tekst niet heel belangrijk is, stoppen we met lezen. In een gesprek zouden we wellicht beleefd wachten totdat de ander is uitgesproken. Bij een tekst kan de lezer afhaken wanneer hij wil. Zonder dat jij het door hebt.

Als een tekst wel belangrijk is, bijvoorbeeld een hypotheekakte die je moet ondertekenen, dan ploeteren we door de tekst. Af en toe roepen we een scheldwoord.

 

Hoe zorg je voor een tekst die lekker leest?

De meesten van ons schrijven geen hypotheekstukken. Misschien schrijf je wel af en toe een memo of notitie, als iemand je vraagt je goede idee ‘even op papier te zetten’. Of je schrijft een persbericht. Of je wilt klanten uitnodigen voor een evenement. Allemaal teksten waarin je bevangen kunt worden door het ‘help, dit is niet leuk genoeg’-syndroom. Wat nu?

 

Gebruik 1 actief werkwoord per zin

Actief schrijven zorgt voor lekker lopende zinnen. Vergelijk bijvoorbeeld de volgende twee zinnen:

  1. Jan de Bie en Maria Zilver hebben toegezegd vanaf 1 april toe te willen treden tot het bestuur van ABC.
  2. Jan de Bie en Maria Zilver versterken vanaf 1 april 2017 het bestuur van ABC.

 

Maak eens een filmpje in je hoofd van zin (a). Ik zie een foto waarop Jan en Maria schoorvoetend ja zeggen tegen een bestuurslidmaatschap (“Oké dan, we worden wel bestuurslid.”).

Nu een foto van zin (b). Het werkwoord versterken is niet alleen korter, maar ook veel actiever dan hebben toegezegd toe te willen treden uit zin (a). Als ik me die zin voorstel, zie ik dat Jan en Maria duidelijk zin hebben om het bestuur te ondersteunen.

 

actief schrijvenEen actief werkwoord is dus een werkwoord waarvan je gemakkelijk een voorstelling kan maken in je hoofd. Een foto, of een filmpje. Actief schrijven betekent dat je actieve werkwoorden gebruikt die een tekst kleuren en zorgen voor een heldere toon.

 

Soms zijn werkwoorden overigens incognito. Dan zijn ze ‘verbouwd’ tot zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld de start komt van het werkwoord starten; de uitbreiding komt van het werkwoord uitbreiden.

 

Als je het zelfstandig naamwoord in een zin gebruikt, heb je een extra (meestal nietszeggend) werkwoord nodig om dat zelfstandig naamwoord activiteit in te blazen. Kijk maar:

 

  1. De start van het evenement vindt plaats op 31 maart.
  2. Het evenement start op 31 maart.

 

Te veel werkwoorden in een zin zorgen voor een te genuanceerde tekst waarmee je nog alle kanten op kunt. (Vandaar dat juristen er waarschijnlijk erg van houden.)

Je tekst kan namelijk vaak prima zonder de werkwoorden zullen, gaan, kunnen en willen.

 

Bijvoorbeeld:

  1. In maart zullen we de resultaten bekend maken.
  2. In maart publiceren we de resultaten.

 

Zin (b) is weliswaar stelliger, maar als lezer heb ik er na de tweede zin meer vertrouwen in dat ik in maart de resultaten zie.

 

Actief schrijven is minder werkwoorden gebruiken. Met minder werkwoorden maak je het je lezer gemakkelijker je tekst te lezen. Eén actief werkwoord per zin is een eerste stap naar een aantrekkelijke tekst!

ProTaal – Schepenstraat 86B – 3039 NM – Rotterdam – 010 – 465 77 75 – info@protaal.nl