Wanneer schrijf je een getal in cijfers en wanneer in letters?
Wanneer schrijf je een getal in cijfers en wanneer in letters?
De regels op een rij:
In lopende zinnen schrijf je de volgende getallen voluit:
- 1 tot 20
- tientallen
- honderdtallen
- duizendtallen
Je schrijft getallen als cijfers als je schrijft over eenheden.
Eenheden zijn bijvoorbeeld kilo’s, euro’s en (centi)meters.
Voorbeelden
Je schrijft bijvoorbeeld:
“Ze heeft vier kinderen gekregen.”
“Tweehonderd mensen bezochten onze stand.”
“Van de dertien aanwezigen, meldden zich er drie af.”
Maar
“Ze liep 4 kilometer om thuis te komen.”
“Onze kat woog 8 kilo.”
“De lucht wordt 15 meter bovendaks uitgeblazen.”
Beste Suzanne,
Ik verbaas me er telkens weer over hoe treffend jij een schijnbaar eenvoudig onderwerp, zoals nu over “cijfers en letters” kan duidelijk maken. Ik heb er tot nu toe weinig over nagedacht en schrijf getallen en als cijfers of als letters door elkaar heen. Met jouw artikel, zal ik er de volgende keer duidelijk meer over nadenken.
Noella
Hoi Suzanne,
Een heel helder verhaal. Ook ik ben regelmatig aan het goochelen met getallen in cijfers en in letters.
Groetjes,
Marlène
Handig overzichtje met goede vuistregels waar ik me in kan vinden.
Bij het schrijven van webteksten kies ik er meestal voor om getallen in cijfers te schrijven. Dat leest sneller op het scherm en trekt bovendien de aandacht van scannende websitebezoekers, zo is gebleken uit onderzoek van ondermeer Jakob Nielsen.
Beste Hans,
Dank voor je goede aanvulling!
En wat is de regel bij jaren, dagen
3 jaar en 3 dagen of drie jaar en drie dagen?
Beste Marjan, ik zou schrijven ‘drie jaar en drie dagen’. Maar als je een tekst schrijft die iemand van een beeldscherm leest, kun je ook kiezen voor ‘3 jaar’ en ‘3 dagen’, zoals Hans hierboven opmerkt.
Hoe zit het dan met kleinere getallen als 0,4? Worden deze voluit geschreven als nul komma vier of als getal.
Die zou ik als getal schrijven; het lijkt me namelijk een eenheid.