Hun of hen?

Veel schrijvers vermijden het woord hun. Ze zijn er bang voor geworden, omdat je het h-woord ook verkeerd kunt gebruiken. Wil je weten hoe je hun goed gebruikt? En wanneer je hen gebruikt? Lees dan verder.

 

Fout: Hun gebruiken als onderwerp

Ik ben geen taalpurist. Ik snap ook wel dat taal verandert en dat er langzaam dingen in onze taal verdwijnen. Maar zinnen als ‘Hun doen dat ook’ doen pijn aan mijn oren. Misschien wordt zo’n zin over 100 jaar wel geaccepteerd, maar nu is het nog fout.

Het onderwerp van een zin is nooit hun, maar altijd ze (of zij).

 

X  Dus niet:   Hun doen dat ook

  Maar:        Zij doen dat ook.

 

 

Goed: Hun gebruik je om een bezit aan te duiden

Bijvoorbeeld: De kinderen doneerden al hun spaargeld aan KiKa.

 

Dit lijkt de vorm te zijn waar het het minste fout gaat met hun, maar een paar dagen geleden zag ik het op nos.nl toch misgaan: Hen aanvraag wordt opnieuw bekeken.

Hun of hen?

 

Dit lijkt me een geval van hypercorrectie: de angst om iets fout te doen met het h-woord, en dan maar hen typen. Een typefout lijkt me niet aan de orde: tussen de e (van hen) en de u (van hun) zitten nog drie andere toetsen op het toetsenbord.

 

 

Goed: Hun gebruiken als meewerkend voorwerp (zonder aan of voor ervoor)

Ja, dit is het lastigste punt als het gaat over hun… Je moet er namelijk een beetje voor ontleden. Mijn ezelsbruggetje: stel jezelf de vraag ‘Kan ik voor het woord hun aan of voor zetten (maar staan die er niet)?’ Dan schrijf je hun.

Bijvoorbeeld: Ik schrijf hun een brief.

Het is namelijk schrijven aan iemand, maar er staat geen ‘aan’ => hun.

 

 

Goed: Hen gebruiken na een voorzetsel

De regel hierboven over het meewerkend voorwerp, heb je niet nodig als je zelf schrijft. Je kunt die regel namelijk omzeilen door wél aan te schrijven.

Bijvoorbeeld: Ik schrijf aan hen een brief.

 

De regel is namelijk dat je na een voorzetsel altijd hen krijgt. (Voorzetsels zijn zogenaamde kast-woordjes: in, op, met, achter, aan, voor, etc.)

 

 

Goed: Hen gebruiken als lijdend voorwerp

Tot slot nog de regel voor hen. Als je in een zin een lijdend voorwerp hebt (het antwoord op de vraag: wie/wat + onderwerp + werkwoorden?), schrijf je hen.

Bijvoorbeeld: Ik zag hen net nog in de straat fietsen!

(wie zag ik fietsen? => lijdend voorwerp = hen)

 

Vind je dit lastig? Geen nood, ook dit kun je omzeilen. Je kunt namelijk ook ze gebruiken, in plaats van hen.

Bijvoorbeeld: Ik zag ze net nog in de straat fietsen!

 

Wil je je kennis van spelling en grammatica opfrissen? Misschien is een Opfristraining Spelling en grammatica iets voor je!

1 antwoord
  1. Christiaan Roorda zegt:

    Jammer. Dit zijn weer ouderwetse schoolmeesterregeltjes. Zelfs regels die kunstmatig zijn bedacht en helemaal niets te maken hebben met de levende taal. Als je grammatica nodig hebt om er achter te komen of je “hen” of “hun” zegt, dan ga je eraan voorbij dat de taal van de gebruikers is, en van hen (hun) alleen. Iets is alleen maar fout als het verwarrend of ongebruikelijk is. Taalkunde mag registreren, maar niet voorschrijven.

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

ProTaal – Schepenstraat 86B – 3039 NM – Rotterdam – 010 – 465 77 75 – info@protaal.nl