Berichten

Fouten in tekst: vergeeft je lezer je?

Het liefst schrijf ik perfecte teksten. Foutloos. Maar ook ik maak regelmatig fouten. Ik maak even snel iets af, en dan, hup, de digitale brievenbus uit. Niet veel later valt mijn blik precies op dat vergeten woord of die letter die daar niet moet staan. Zijn die fouten onvergefelijk?

Wat is eigenlijk een perfecte tekst?

Natuurlijk is dat een tekst zonder fouten. Maar een perfecte tekst is meer dan dat. Een perfecte tekst brengt precies die boodschap bij je lezer over die jij in gedachten had toen je hem schreef. Is dat voor elke lezer gelijk? Waarschijnlijk niet.

Dat brengt me op de vraag: ‘wat is fout’? Is het woord ‘beeetje’ fout, omdat ik één keer te veel de letter ‘e’ aansloeg? Ja, feitelijk gezien wel. Maar neemt mijn lezer me dat kwalijk?

Er zijn verschillende wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar het effect van spelfouten. Een mooi overzicht daarvan geeft Floortje Westerburgen in haar artikel op Tekstblog. De resultaten geven geen eenduidig antwoord op de vraag welk effect spelfouten hebben op teksten.

Kort samengevat laten Kloet, Renkema en Van Wijk (2003)   zien dat taalfouten vooral invloed hebben op de begrijpelijkheid van de tekst. Maar uit onderzoek van Yvonne Harm (2008) blijkt dat taalfouten ook een negatief effect hebben op de geloofwaardigheid van de zender en de tekst.

Effect van fouten in direct-mails

Interessant is het onderzoek van Jansen (Onze Taal, 2010) naar het effect van fouten in spelling, zinsbouw en woordvormen in direct-mails. Daaruit bleek dat de zinsbouwfouten (‘de meisje’ bijvoorbeeld) een veel zwaarder negatief oordeel met zich meebrachten dan de spelfouten.

Bij vervolgonderzoek van Jansen werden alleen d/t-fouten opgenomen. Toen bleek de helft van de (hoogopgeleide) proefpersonen, de fouten niet eens op te merken! En de andere helft die de fouten wel zag, gaf geen negatiever oordeel dan de personen die de spelfouten niet hadden gezien….

Jansen besluit zijn betoog overigens wel met de opmerking dat een direct-mailing niet te vergelijken is met een sollicitatiebrief: deze worden op een andere manier gelezen.

 

Hoe komt het eigenlijk dat we spel- en typefouten niet altijd zien?

Ook psychologen onderzoeken leesgedrag. Uit onderzoek van Frisby (1979) blijkt dat lezers meer kijken naar woordbeeld dan naar de afzonderlijke letters van een woord. Kinderen die leren lezen, lezen elke letter: v – i – s en daarna maken ze er een woord van: ‘vis’.

Als je eenmaal kunt lezen, heb je niet meer alle letters van een woord nodig om het te kunnen herkennen. Dan springen je ogen van tekstblok naar tekstblok.

Kijk maar eens naar de onderstaande zinnen:

In Afrika leefde een olxfxnt die Elmo heette. Elke dag stond hij op om met de
een gxrxffe te ontbjiten in het grotedierenbos.

Waarschijnlijk kostte het je geen enkele moeite om de bovenstaande tekst te lezen. De x’en in olifant en giraffe vulden je hersenen als vanzelf aan. Heb je ook gezien dat in het woord ‘ontbijten’ de ‘i’ en de ‘j’ waren omgedraaid? En dat er voor giraffe ‘een’ te veel stond?

 

Hersenen zijn getraind om fouten in woorden te herstellen

Vergeten letters, te veel woorden, omgedraaide letters: je hersenen zijn erin getraind om er een samenhangend geheel van te maken. Soms ben je je daar bewust van, maar vaak ook niet. Dan lees je dus over een typefout heen. Vooral bij langere teksten, waar je meer wordt ‘afgeleid’ door de inhoud en andere woorden, is de kans groter dat je een typefout over het hoofd ziet.

 

Fouten zijn niet om trots op te zijn. Maar om te leren, moet je ook fouten (mogen) maken. Zo heb ik onlangs weer geleerd dat ik niet zo arrogant moet zijn dat ik mijn eigen ebook kan redigeren. Daarvoor moet ik ook eerst een ander paar ogen de tekst laten nakijken. Bij typefouten als ‘beeetje’ doet de spellingcontrole overigens ook wonderen.

Er ligt zelfs een gevaar op de loer als je altijd perfecte en foutloze teksten wilt schrijven.

De kans is aanwezig dat je er zo veel tijd mee bezig bent, dat die tijd niet opweegt tegen de baat. Of dat de tekst uiteindelijk nooit wordt gepubliceerd. En dat is het ergste wat er met tekst kan gebeuren: geschreven om niet gelezen te worden.

 

 

 

 

Wanneer schrijf je een getal in cijfers en wanneer in letters?

Wanneer schrijf je een getal in cijfers en wanneer in letters?

De regels op een rij:

In lopende zinnen schrijf je de volgende getallen voluit:

  • 1 tot 20
  • tientallen
  • honderdtallen
  • duizendtallen

Je schrijft getallen als cijfers als je schrijft over eenheden.
Eenheden zijn bijvoorbeeld kilo’s, euro’s en (centi)meters.

 

Voorbeelden

Je schrijft bijvoorbeeld:

“Ze heeft vier kinderen gekregen.”
“Tweehonderd mensen bezochten onze stand.”
“Van de dertien aanwezigen, meldden zich er drie af.”

Maar

“Ze liep 4 kilometer om thuis te komen.”
“Onze kat woog 8 kilo.”
“De lucht wordt 15 meter bovendaks uitgeblazen.”

ProTaal – Schepenstraat 86B – 3039 NM – Rotterdam – 010 – 465 77 75 – info@protaal.nl